| |
Onderhoudstips
In tegenstelling tot wat vroeger wel eens werd beweerd, kan de Camellia zeer goed gedijen in onze Vlaamse tuinen. Wel moeten een
paar voorzorgsmaatregelen bij de aanplant in acht worden genomen:
Plant steeds een voldoende uitgegroeide plant van 4 jaar of meer.
Niet op de oostzijde planten, bij streng vriesweer 's winters krijgt deze plant 's ochtends de sapstroom niet in gang,
en staat de plant in de zon te verbranden.
Indien toch op een oostzijde geplant, bescherm dan de plant door ze - vanaf matige (-4 °C) tot strenge vorst - in een
vliesdoek of folie te wikkelen. De top van de plant steeds open laten.
Ook indien elders in de tuin aangeplant, steeds bij matige tot strenge vorst de plant beschermen tegen de uitdrogende
vrieswind. In het land van herkomst ligt er steeds sneeuw waardoor de plant wordt beschermd.
De kluit van de plant elke winter met een 10 cm dikke humuslaag van bijvoorbeeld dode bladeren of stro bedekken.
Camellia's maken naast de gewone beworteling ook een lange diepe "pinwortel" die het water diep uit de grond haalt en
maakt dat ze zeer droge zomers gemakkelijk overleven.
Camellia's houden van zure grond om in te groeien, net zoals tuinazalea's en rhododendron. Voor de Camellia Japonica en
hybride soorten is een halfschaduw standplaats ideaal. Ze zijn dan ook bijzonder geschikt voor stadstuintjes. De Sasanqua-soorten
staan graag in volle zon.
|
